Een vrouw verwerft haar eer door haar bevalligheid, een man zijn rijkdom door zijn kracht.
Wie liefdevol is, bewijst zichzelf een weldaad, wie wreed is, schaadt zichzelf.
De winst van een goddeloze is bedrieglijk, het loon van een rechtvaardige is duurzaam.
Wie werkelijk rechtvaardig is vindt het leven, wie uit is op het kwaad de dood.
De HEER verfoeit bedriegers, wie eerlijk leven, zijn Hem welgevallig.
Zo zeker als een onrechtvaardige gestraft wordt, zo zeker gaat het nageslacht van een rechtvaardige vrijuit.
Schoonheid bij een vrouw zonder verstand is een gouden ring in de snuit van een varken.
Wat een rechtvaardige verlangt, brengt niets dan goeds, wat een goddeloze hoopt, veroorzaakt rampspoed.
Wie vrijgevig is, wordt almaar rijker, wie gierig is, wordt arm.
Een gulle gever zal gedijen, wie te drinken geeft, zal te drinken krijgen.
Wie zijn graan vasthoudt, wordt door het volk vervloekt, wie het verkoopt, wordt gezegend.
Wie het goede zoekt, zal waardering vinden, wie het kwade zoekt, wordt door het kwaad getroffen.
Wie vertrouwt op zijn rijkdom is een blad dat valt, een rechtvaardige komt tot bloei.
Wie have en goed verwaarloost, krijgt er wind voor terug, zo’n dwaas wordt de slaaf van een wijze.
Een rechtvaardig mens plant een levensboom, wie wijs is, neemt veel mensen voor zich in.
Een rechtvaardige krijgt op aarde zijn loon, zondaars en goddelozen niet minder.